Bosklit

Arctium nemorosum


© Willem Braam

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - augustus

Hoogte - 0,90-2,00 m.

Geslachtsverdeling -

Wortels - Een penwortel.

Stengels/takken - Een stengel met wijd afstaande, boogvormig overhangende zijtakken.

Bladeren - De onderste bladeren worden tot 50 cm lang. Ze zijn breed hartvormig en aan de onderkant grijsgroen en vrijwel kaal. Ze hebben een holle steel.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De hoofdjes zijn trosvormig gerangschikt. De bloemhoofdjes groeien min of meer in kluwens. Ze worden 3-4 cm en zijn eivormig. De bloemen zijn even lang als de omwindselbladen. Ze hebben een heel korte steel of geen steel en zijn groen of zijn paarsrood aangelopen. Het omwindsel heeft weinig of geen spinragachtige beharing.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De klitten blijven vaak de hele winter aan de dode plant. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde, vaak vrij open open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, kalkhoudende grond.

Groeiplaats - Bosranden en kapvlakten.
Familie: Asteraceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website