Scherpkruid

Asperugo procumbens


© Jeanette den Herder

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - juli

Hoogte - 0,20-0,70 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - De liggende of op andere planten steunende stengels zijn hoekig, bros en ruw door schuin omlaag gerichte stekeltjes.

Bladeren - De bladeren zijn langwerpig tot eirond, niet of zwak getand en zitten meestal in paren of kransen. Ze staan gewoonlijk tegenover elkaar.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zitten met 1 tot 3 bij elkaar in de bladoksels. De bloemen zijn roodpaars, maar worden later donker hemelsblauw. Ze zijn trompetvormig met een witte buis en keelschubben. Ze zijn 2 tot 3 mm groot. De kelk is eerst diep 5-delig. Na de bloei groeit de bloemsteel uit en kromt zich.

Vruchten - Een splitvrucht. De kelk vergroot zich 5-voudig en verandert in een 2-kleppige, grof bochtig ingesneden vruchtkelk met 15 ongelijke tanden, die bladachtig de nootjes omsluiten. Deze nootjes zijn lichtbruin. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde, open plaatsen op droge, voedselrijke, stikstofrijke, kalkhoudende, niet humeuze, omgewerkte grond (zand en stenige plaatsen).

Groeiplaats - Akkers, erven, ruigten (kalkrijke ruigten), onder overhangende rotsen en bij ingangen van grotten, zeeduinen (langs bollenvelden en langs duinpaden met houtsnippers) en heggen.
Familie: Boraginaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Ernstig bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkrijke ruigten
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website