Gaffelhoorntje

Calocera furcata


© Henk Huijser

Ecologie & verspreiding
Het Gaffelhoorntje is vrijwel volledig beperkt tot naaldbossen op de zandgronden en in de duinen. Als substraat worden takken en stammen van den het meest genoemd, vooral Grove den. Spar wordt veel minder genoemd. Meestal zijn de takken of stammen ontschorst en vochtig en in een gevorderd afbraakstadium, maar nog wel redelijk stevig. Het aantal vondsten lijkt af te nemen en daarom staat de soort als kwetsbaar op de Rode lijst.
Substraatvoorkeur: takken, dood (34)
© 2024  NMV
Ga naar de volledige website