Deens lepelblad

Cochlearia danica


© Hanneke Waller

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - april - juni

Hoogte - 0,05-0,25 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - De stengels zijn donkergroen tot sterk rood aangelopen en al dan niet vertakt.

Bladeren - De onderste bladeren hebben een lange steel. Ze zijn rondachtig tot driehoekig-hartvormig met drie tot zeven lobben. De bovenste bladeren zijn drie- tot vijflobbig met een korte steel. Ze omvatten de stengel niet.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn wit of licht lila en 4-5 mm. De kroonbladen zijn in knop roze. De kelkbladen zijn paarsachtig.

Vruchten - Een doosvrucht. De 3-6 mm grote hauw is eivormig tot bolvormig. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, open plaatsen op droge tot vrij vochtige, matig voedselrijke, iets zilte, vaak kalkhoudende grond (zand, zavel, klei, veen en stenige plaatsen).

Groeiplaats - Zeeduinen (mosduinvegetaties en de buitenste duinen), kwelders (hoge kwelders, aan de bovenrand van schorren), zeedijken, klippen, zandige en rotsachtige stranden, bermen (wegranden langs 's winters gepekelde autowegen), steenglooiingen, omgewerkte grond in het binnenland, grasland (open plekken in brakwaterveengebieden), langs kustpaden, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), industrieterreinen, tussen straatstenen, op vluchtheuvels en steenglooiingen van viaducten.
Familie: Brassicaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: hoge kwelders
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website