Ruig elfenbankje

Trametes hirsuta


© Aldert Gutter

Ecologie & verspreiding
Het Ruig elfenbankje (Trametes hirsuta) heeft een landelijke verspreiding met het zwaartepunt van het voorkomen op de hogere zandgronden en in de duinstreek. In de kleigebieden is het voorkomen dun gezaaid vermoedelijk door een gebrek aan geschikt substraat (dode stammen en dikke takken). De soort is het meest aangetroffen op beuk (24%) en berk (21%) met bijna de helft van alle (gedocumenteerde) vondsten (n = 400). Andere boomsoorten met minstens 1% van de vondsten zijn eik (14%), populier (14%), zure kers en vogelkers (11%), els (3%), esdoorn (3%), wilg (3%), lijsterbes (1%), es (1%) en grove den (1%). De soort is pas in recente tijd algemeen geworden: in 1970 was de soort nog maar uit 35 atlasblokken bekend. Het Ruig elfenbankje groeit vaak op open plekken in de zon (zoals bosranden) en kan droogte kennelijk redelijk verdragen. Opvallend is dat de aanwezigheid van de soort vaak gepaard gaat met  de aanwezigheid van twee andere gaatjeszwammen: Vermiljoenhoutzwam (Pycnoporus cinnabarinus) en Winterhoutzwam  (Polyporus brumalis).

Auteur van de wetenschappelijke naam is Lloyd (de combinatie door Pilát is van later datum).
Substraatvoorkeur: Hout, dood (30)
© 2024  NMV
Ga naar de volledige website