Beklierde ogentroost

Euphrasia officinalis


Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - september

Hoogte - 0,10-0,25 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Worteldiepte tot 20 cm.

Stengels/takken - De zachtharige stengels zijn bedekt met vele lange klierharen, vaak aan de voet vertakt en rood aangelopen.

Bladeren - De licht- tot donkergroene, eironde tot langwerpige blaadjes zijn getand. De onderste schutbladen zijn driehoekig tot eirond.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De kroonbuis verlengt zich sterk tijdens de bloei, zodat de kroon tenslotte 1,5 cm lang wordt (eerst 0,8 cm). De bloemen zijn wit met een gele keel. De bovenlip is vaak lichtpaars.

Vruchten - Een doosvrucht. De vrucht is niet langer dan de kelk. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, iets open plaatsen op matig droge tot matig vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkrijke, zelden kalkarme grond (mergel en stenige plaatsen). Beklierde ogentroost is een halfparasiet, die woekert op grassen en cypergrassen.

Groeiplaats - Grasland (kalkgrasland). De wortels van de plant onttrekken water en zouten aan de wortels van andere planten, maar is zelf ook in staat tot fotosynthese.
Familie: Orobanchaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Ernstig bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkgraslanden
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website