Weidegeelster

Gagea pratensis


© Annie Vos

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - maart - april

Hoogte - 0,05-0,20 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Een spoelvormige, vrijwel horizontale bol met 2 afstaande, knotsvormige, naakte, witte nevenbollen.

Stengels/takken -

Bladeren - Een alleenstaand, grondstandig blad. De bladvoet is iets rood. Het blad is breed-lijnvormig, vlak en 2 tot 7 mm breed. De 2 stengelbladeren staan tegenover elkaar. Ze zijn langwerpig. De bladrand is behaard. Vaak zit er een kleine bol in de bladoksel.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Een scherm met 1 tot soms 6 bij elkaar staande, gele of soms iets groen aangelopen bloemen van 2 tot 3 cm. De bloemdekbladen hebben meestal een min of meer spitse top.

Vruchten - Een doosvrucht. Er ontstaan echter slechts zeer zelden zaden in onze omgeving. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).

Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, vaak enigszins bemeste en omgewerkte, neutrale tot kalkhoudende en humushoudende, vaak enigszins bemeste grond (zand, maar soms op lichte rivierklei).

Groeiplaats - Bermen, grasland (o.a. beschaduwde grasvelden), akkers (vroeger in graanakkers), tuinen, begraafplaatsen, heggen, aan de voet van rivierdijken, op glooiingen van zandkoppen in uiterwaarden, rivierduinen (rivierduinbosjes) en zeeduinen (binnenduinrand).
Familie: Liliaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: droge, neutrale graslanden
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website