Kaal knopkruid

Galinsoga parviflora


© Willem Braam

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - herfst

Hoogte - 0,20-0,60 m.

Geslachtsverdeling - polygaam

Wortels - Worteldiepte tot 50 cm.

Stengels/takken - De stengels zijn enigszins glanzend, grasgroen en met verspreide, aanliggende haren.

Bladeren - De tegenover elkaar staande bladeren zijn eirond, spits en fijn getand. Ze hebben een korte steel en verspreide aanliggende haren op de bladranden en de nerven.

Bloemen - Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemhoofdjes zitten in gevorkte bloeiwijzen. Ze zijn 3-5 mm. De meestal vijf lintbloemen zijn wit en vaak met drie tanden. De buisbloemen zijn geel. De bloemhoofdjesbodem is kegelvormig en heeft stroschubben. Deze stroschubben hebben vaak 3 spleten en naar de top toe worden ze breder. Het vruchtpluis van de buisbloemen bestaat uit schubben en is niet genaald.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf  jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, open plaatsen (pioniervegetatie) op droge tot vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke, bemeste, niet te zware en vaak kalkarme grond (van zand tot zavel).

Groeiplaats - Akkers (hakvruchtakkers), moestuinen, omgewerkte grond, braakliggende grond, plantsoenen, tussen straatstenen, tegen muren, ruderale plaatsen, langs spoorwegen, heggen, struwelen, bermen (omgewerkte plaatsen) en waterkanten (zandstrandjes langs beken en rivieren).
Familie: Asteraceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: kalkarme akkers
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website