Veldgentiaan

Gentianella campestris


© Adrie van Heerden

Ecologie & verspreiding
Veldgentiaan groeit graag op zonnige plekken op matig droge tot matig vochtige, stikstof- en voedselarme, kalkrijke, humushoudende grond in grazige duinvalleien, aan de rand van grazige valleitjes in lage duingraslanden en in begraasde kalkgraslanden op krijthellingen. In het buitenland worden naast vindplaatsen in bergweiden, ook zwak zure heiden en borstelgraslanden opgegeven. De plant staat in ons land veelal op de wat drogere randen van vochtige duinvalleien, waar ze profiteert van regenval en kalkrijke kwel. Zij is in Nederland uiterst zeldzaam geworden in de duinen en Zuid-Limburg en is wel verdwenen van de Waddeneilanden. Veldgentiaan is kensoort van de Associatie van Maanvaren en Vleugeltjesbloem, de achteruitgang van Veldgentiaan en deze associatie in Nederland is vooral toe te schrijven aan verdroging, ontkalking, verstruweling en vergrassing en verder ook als gevolg van de afname van betreding en begrazing in de duinen.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - augustus - herfst

Hoogte - 0,03-0,30 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - De rechtopstaande stengels zijn niet of los vertakt, vaak met een zekere draaiing, waardoor de 4 ribben een spiraal vormen.

Bladeren - De onderste 2 tot 4 bladparen zitten opeengedrongen in een wortelrozet. Ze zijn eirond tot langwerpig. Meestal worden ze naar de top van de stengel groter. De onderste bladeren zijn al tijdens de bloei verdord.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn blauwpaars of heel soms geelachtig wit. Ze zijn 1½ tot 3 cm lang. Meestal hebben ze een 4-slippige kroon en een gebaarde keel. De kelk heeft 2 brede en 2 smalle slippen.

Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige plaatsen op matig droge tot matig vochtige, voedselarme, kalkrijke, humushoudende grond (zand en mergel).

Groeiplaats - Zeeduinen (grazige duinvalleien en aan de rand van grazige valleitjes in laag duinweiland) en grasland (begraasde krijthellingen en kalkgrasland).
Familie: Gentianaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: droge heiden
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website