Veenmosorchis

Hammarbya paludosa


© Peter Meininger

Ecologie & verspreiding
Veenmosorchis staat vrijwel altijd in zonnige, soms half beschaduwde veenmosvegetaties, maar alleen in de relatief rijkere en minder extreem zure typen, die nog gedeeltelijk on invloed van grondwater staan. Ze is gevoelig voor zowel “verdrinking” als uitdroging. Ze groeit in verlandingsvegetaties die meestal met het waterpeil op en neer gaan, in licht verzuurde trilvenen, in veenmosrietlanden en in de randzone van hoogvenen, die wat rijker zijn aan mineralen. Nederland valt geheel binnen het Europese deel van het areaal. De soort is zeer zeldzaam in Drenthe, het Subcentreuroop dististict en in laagveengebieden, het meest nog in de brakwatervenen van Noord-Holland. De sterke achteruitgang is te wijten aan achterstallig beheer, vermesting en vervuiling vanuit het aangrenzende oppervlaktewater. De weinig opvallende plant (groen gekleurd en klein van formaat) wordt zeer vaak over het hoofd gezien, maar is verder goed gekenmerkt door de aanwezige stengelknol, de naar boven gerichte lip en buitenste bloemdekbladen die langer zijn dan de lip.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juli - augustus

Hoogte - 0,07-0,30 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Aan de voet zitten 2 boven elkaar staande stengelknollen met 1wortel.

Stengels/takken - De stengelvoet heeft enige schijfloze scheden. Iets hogerop zitten 2 of 3 volledige bladeren. In de oksel van het bovenste blad verdikt de stengel zich. Op deze plek vormt zich de nieuwe stengelknol.

Bladeren - De bladeren zijn stomp, eirond tot langwerpig en hebben een steelvormig versmalde voet.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen samen een smalle, slanke tros met maximaal 30 bloemen. De bloemen zijn klein en geelgroen. De bloemlip is 2 mm groot, kapvormig, langwerpig, spits en heeft geen spoor. De lip staat naar boven gericht. De andere bloemdekbladen staan af. De buitenste bloemdekbladen zijn eirond en de binnenste langwerpig.

Vruchten - Een doosvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).

Bodem - Zonnige, soms half beschaduwde, vrij open plaatsen op vrij natte, voedselarme, zwak zure grond, maar met invloed van mineraalrijk water. Ook in min of meer brakke veengebieden (laagveen, maar soms op venig zand of venig leem).

Groeiplaats - Moerassen en waterkanten (trilveen, vochtige slenken, levend hoogveen, veenmosrietland, verlandingsvegetaties in voedselarme vennen en kraggen), zeeduinen (duinvalleien en duinheide), heide (afgeplagde plekken) en grasland.
Familie: Orchidaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Ernstig bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: laagvenen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website