Kantig hertshooi

Hypericum maculatum subsp. obtusiusculum


© Grada Menting

Ecologie & verspreiding
Kantig hertshooi staat op zonnige tot soms licht beschaduwde, vaak matig zure en voedselarme, matig droge tot natte, grazige en humeuze leem- en zandbodems. Het taxon staat in hooi- en weilanden, in borstelgraslanden en in open bossen, op kapvlakte en in bosranden, in struwelen en bermen, langs greppels, waterkanten en op heiden. Verder in leem- en zandafgravingen, langs spoorwegen, op braakliggende grond en soms op moerasbodems. De verspreiding van deze ondersoort valt nagenoeg samen met Hypericum maculatum s.l. en is dus algemeen in de Pleistocene gebieden en zeldzaam in de rest van het land. Ze wijkt af van Gevlekt hertshooi doordat de kelkbladen minder dan twee maal zo lang als breed zijn, de stompe top fijn onregelmatig getand is en de takken van de bloeiwijze een grotere hoek maken. Zie ook Hypericum maculatum s.l. en de andere ondersoort Gevlekt hertshooi.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juli - september

Hoogte - 0,20-0,80 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Een kruipende wortelstok.

Stengels/takken - De rechtopstaande stengels zijn vierkantig met vier ongeveer even smalle lijsten. Ze zijn hol, hebben geen vleugels en zijn aan de voet uitgespreid. Ze kunnen daar gaan wortelen. Vaak groeien de planten in dichte groepen.

Bladeren - De donkergroene bladeren zijn langwerpig-eirond met weinig of geen doorzichtige punten. Aan de rand zitten zwarte klieren.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Een losse, breed kegelvormige bloeiwijze met veel bloemen. De gele bloemen zijn 1,8-2 cm. Ze hebben zwarte hoogtestrepen en op de rand vaak enige zwarte punten. De kelkbladen zijn elliptisch tot langwerpig met een vrij stompe, enigszins getande top, vaak met zwarte klierpunten. Door te wrijven pers je uit de bloemknoppen een paars vocht. Kantig hertshooi onderscheidt zich doordat de kelkbladen twee  keer zo lang als breed zijn en aan de top zijn ze onregelmatig getopt. De bloeiwijzetakken staan onder een hoek van 50° af.

Vruchten - Een doosvrucht. De vaak paars aangelopen vruchten hebben hoogtestrepen. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige of soms licht beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke, grazige grond (leem en zand).

Groeiplaats - Grasland (hooiland en weiland), bossen (lichte bossen), bosranden, struwelen, heide, bermen (o.a. op taluds van nieuwe wegen), waterkanten (o.a. langs greppels), braakliggende grond, afgravingen (zandgroeven en leemgroeven) en langs spoorwegen (spoordijken).
Familie: Hypericaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: droge heiden
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website