Fraai hertshooi

Hypericum pulchrum


© Willem Braam

Ecologie & verspreiding
Bloeiend valt Fraai hertshooi vooral op door de rood aangelopen gele bloemknoppen en bloemen. De planten hebben een blauwgroene kleur. Fraai hertshooi is ook aan de bladen te herkennen. Aan bloeistengels zijn deze langgerekt driehoekig met een brede voet en stompe top, zodat ze bijna stengelomvattend lijken. Bij niet-bloeiende stengels zijn de bladen meer elliptisch. Vaak is de plant veelvuldig vertakt met zowel bloeiende, als niet-bloeiende stengels, zodat een rijk bloeiend bosje Fraai hertshooi vaak van één of slechts enkele planten afkomstig is. Fraai hertshooi is gebonden aan een lemige bodem. Het verklaart het regelmatig voorkomen op de Midden-Veluwe, waar hij zowel in en aan de randen van (verlaten) leemkuilen voorkomt, als in bermen van bospaden, ofwel omdat er enige leem in de bodem zit, of omdat er - tijdens het vervoer van leem naar de dorpen - ooit leem is gemorst. Buiten de Veluwe komt Fraai hertshooi voor in Zuid-Limburg, Noord-Limburg en Oostelijk Twente en op een aantal overeenkomstige plekken in de rest van het land. Sinds 1990 is het aantal kilometerhokken waar de soort voorkomt echter gehalveerd, zodat hij nu als bedreigd op de Rode Lijst staat. Vooral buiten de vier genoemde gebieden lijkt Fraai hertshooi de afgelopen 25 jaar op veel plaatsen te zijn verdwenen.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - augustus

Hoogte - 0,30-0,60 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Worteldiepte tot 10 cm.

Stengels/takken - De rechtopstaande of opstijgende stengels zijn vaak rood aangelopen. Ze zijn aan de voet meestal vertakt. Met korte, niet-bloeiende zijstengels in de oksels van de onderste bladen.

Bladeren - De tegenoverstaande bladeren zijn kaal, driehoekig-eirond, stomp en omvatten de stengel. Met doorschijnende stippen. De bladeren van de zijtakken zijn smaller, kleiner en kort gesteeld. De bladrand heeft geen zwarte punten.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloeiwijze is smal pluimvormig en zeer los met lange, vrijwel rechtopstaande zijtakken. De bloemknoppen zijn van buiten rood aangelopen. De 1,4-1½ cm grote bloemen zijn geel met een rode gloed. Aan de rand zie je vele zwarte klieren. De kelkbladen zijn elliptisch tot omgekeerd eirond, vrij stomp en aan de rand zwart-klierachtig gezaagd. De helmknoppen zijn oranje tot rozerood.

Vruchten - De doosvrucht is driehokkig. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge, matig voedselarme, meestal leemhoudende, zwak zure grond (leem en zandig leem).

Groeiplaats - Bossen (langs bospaden), bosranden, struwelen, dichtgroeiende kapvlakten, heide, grasland, afgravingen (leemkuilen) en greppelkanten.
Familie: Hypericaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: bossen op droge, zure grond
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website