Hulst

Ilex aquifolium


© Piet Bremer

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - juni

Hoogte - tot 10,00 m.

Geslachtsverdeling - éénslachtig, tweehuizig

Wortels - Horizontale en dunne, loodrecht naar beneden groeiende zijwortels.

Stengels/takken - De takken zijn kaal, behalve de jonge takken.

Bladeren - De bladeren blijven groen in de winter. Ze zijn iets eivormig, kaal, glanzend, leerachtig en hebben doornige tanden, maar soms hebben ze een gave rand. De rand is golvend. Ze zijn 3-8 cm lang, met  heel kleine steunblaadjes.

Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten). De bloemen zitten in armbloemige kluwens in de bladoksels. Ze zijn wit of soms iets roze, 6-7 mm en meestal viertallig. De vrouwelijke bloemen staan met één  tot drie  bij elkaar. De mannelijke bloemen staan met meer bij elkaar. De bloemen hebben vier  meeldraden. De stamper heeft vier  stijlen. De kelk- en kroonbladen zijn aan de voet met elkaar vergroeid.

Vruchten - Een steenvrucht. De rode bessen bevatten vier  of vijf  stenen. Ze zijn 0,6-1 cm en iets giftig. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één  jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot matig beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, humeuze, matig voedselrijke, zwak zure zand- en leemgrond.

Groeiplaats - Bossen (loofbossen), bosranden, houtwallen, struwelen, heggen, stenige plaatsen en zeeduinen (duinbos).
Familie: Aquifoliaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: bossen op droge, zure grond
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website