Stekelzaad

Lappula squarrosa


© Peter Wetzels

Ecologie & verspreiding
Stekelzaad staat op open, zonnige, droge, stikstof- en voedselrijke, omgewerkte, zwak basische tot kalkhoudende, zandige grond. Ze groeit in zeeduinen, in akkers en op ruderale plaatsen, op rivieroevers en bij meelfabrieken, bij graanpakhuizen en in bermen, molens en tuinen. Verder op ruïnes, vestingwerken, havens en spoorwegterreinen. De dichtbehaarde plant stamt uit het Middellandse-Zeegebied, Noord- en Zuid-Azië en is tegenwoordig overal aanwezig in de gematigde streken van de wereld, waar Stekelzaad zich op tal van plaatsen invasief gedraagt De plant is in Nederland zeer zelden, voornamelijk in de duinen van het vasteland en het rivierengebied. In de duinen is stekelzaad met fazantenvoer aangevoerd. De soort is te herkennen aan de lichtblauwe bloemen met geelachtige keelschubben, de uiteindelijk wijd openstaande kelk en de lichtbruine zaden. Deze zijn driezijdig piramidaal en dragen aan de rand 2-3 rijen stekels die aan de top van weerhaakjes voorzien zijn en ze worden als klit verspreid. Ze verspreidt verder een vieze geur.
Familie: Boraginaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkrijke ruigten
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website