Ecologie & verspreiding
Alle Taphrina-soorten zijn parasitair op levende planten (biotrofe parasieten). Het grootste deel van het jaar leven ze als gisten ongezien op de waardplant waar ze geen mycelium van hyfen of draden en geen vruchtlichamen vormen; de asci zitten eenvoudigweg op de oppervlakte van de gal. De asci zijn er maar een korte periode van het jaar. In het voorjaar infecteert de schimmel de uitlopende knoppen; de plant reageert daarop met de vorming van gallen, die bij Taphrina tosquinetii de vorm van grote bladblazen en bladkrullen hebben. In Nederland is T. tosquinetii een vrij zeldzame soort. Theoretisch gezien kan deze voorkomen daar waar elzen staan, bijvoorbeeld langs wegen en sloten. De beste waarnemingsmaanden zijn augustus-september.
Alle Taphrina-soorten zijn parasitair op levende planten (biotrofe parasieten). Het grootste deel van het jaar leven ze als gisten ongezien op de waardplant waar ze geen mycelium van hyfen of draden en geen vruchtlichamen vormen; de asci zitten eenvoudigweg op de oppervlakte van de gal. De asci zijn er maar een korte periode van het jaar. In het voorjaar infecteert de schimmel de uitlopende knoppen; de plant reageert daarop met de vorming van gallen, die bij Taphrina tosquinetii de vorm van grote bladblazen en bladkrullen hebben. In Nederland is T. tosquinetii een vrij zeldzame soort. Theoretisch gezien kan deze voorkomen daar waar elzen staan, bijvoorbeeld langs wegen en sloten. De beste waarnemingsmaanden zijn augustus-september.
Groep: Paddenstoelen
Substraatvoorkeur: bladeren, aan de plant (41)