Populierenbladblaasje

Taphrina populina


© Leo Jalink

Ecologie & verspreiding
Alle Taphrina -soorten zijn parasitair op levende planten (biotrofe parasieten). Het grootste deel van het jaar leven ze als gisten ongezien op de waardplant waar ze geen mycelium van hyfen of draden en geen vruchtlichamen vormen; de asci zitten eenvoudigweg op de oppervlakte van de gal. De asci zijn er maar een korte periode van het jaar. In het voorjaar infecteert de schimmel de uitlopende knoppen; de plant reageert daarop met de vorming van gallen, die bij T. populina de vorm van bladblazen hebben. Er wordt van uitgegaan, dat alle Taphrina-soorten waardspecifiek zijn. Een juiste determinatie van de waardplant is dan ook van belang. In Nederland heeft T. populina twee waardplanten: de Zwarte populier (Populus nigra) en de Canadapopulier (Populus x canadensis). Taphrina populina is een zeldzame soort, mogelijk omdat deze tamelijk onbekend is en daardoor weinig is waargenomen. Het nu bekende verspreidingsgebied is maar een deel van hde verspreiding van beide populiersoorten, waarvan de Canadapopulier in vrijwel geheel Nederland voorkomt.
Groep: Paddenstoelen
Substraatvoorkeur: bladeren, aan de plant (41)
© 2025  NMV
Ga naar de volledige website