Boksdoorn

Lycium barbarum


© Hans Toetenel

Ecologie & verspreiding
Boksdoorn staat op open, zonnig, droog, voedsel- en kalkrijk, soms zwak zuur, stikstofrijk, humusarm, stuivend zand en op stenige plaatsen. Ze groeit langs bossen en (duin)struwelen, in heggen en op oude muren. Nederland valt binnen een van de delen van het verbrokkeld areaal in Europa van deze oorspronkelijk Chinese plant. Ze is als pionier vrij algemeen in de Zeeuwse en Hollandse duinen, zeldzaam op de Waddeneilanden en in het rivierengebied, elders zeer zeldzaam. Sinds de 18e eeuw ingeburgerd in Europa en is vanwege haar sterke wortelopslag geschikt voor milieus met verstuiving en erosie en is mede daarom geschikt als heg of afscheiding in de duinen. Vroeger speelde de soort een rol in magie, hekserij en is gebruikt als aphrodisiacum. De giftige plant is rijk aan de vitamines A en C, m.n. de rode, sappige, veelzadige, iets langwerpige bessen. In China worden de bessen gegeten en in vruchtsappen, thee en soepen verwerkt, of gewoon als tussendoortje.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - herfst

Hoogte - 1,00-3,00 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - De dunne takken hangen vaak boogvormig over. Meestal zijn ze gedoornd.

Bladeren - De kale, niet getande bladeren staan verspreid of in kleine groepjes. Ze zijn langwerpig en in het midden het breedst.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De gesteelde, iets hangende bloemen staan met één tot vier bij elkaar in de bladoksels. Ze zijn lichtpaars, later bruin, 8-9 mm, trompetvormig en voor minder dan de helft gespleten. De meeldraden en stijl steken buiten de kroon. De bloemkelk is klokvormig en onregelmatig in drie tot vijf slippen verdeeld.

Vruchten - Een bes. De rode, soms roze, langwerpige, enigszins giftige bessen zijn sappig en bevatten veel zaden. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, stikstofrijke, kalkrijke, soms zwak zure, humusarme grond (stuivend zand en stenige plaatsen).

Groeiplaats - Zeeduinen (duinstruweel), heggen, struwelen en oude muren.
Familie: Solanaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: struwelen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website