Wilde weit

Melampyrum arvense


© John Breugelmans

Ecologie & verspreiding
Wilde weit is van oorsprong in ons land een akkeronkruid. Om te kunnen ontkiemen vegeteert deze halfparasiet op grassen en met name op wintergraan. De plant is nu in Nederland nauwelijks meer te vinden en wordt op veel plekken buiten Zuid-Limburg met akkeronkruidmengsels ingezaaid. Alleen door regelmatig schoffelen kan deze soort z’n plek behouden, want het zaad behoudt zijn kiemkracht slechts een jaar. Voor 1950 groeide Wilde weit nog langs de grote rivieren, in het IJsseldal en Zuid-Limburg. Door verbetering van de landbouw is de soort samen met allerlei andere akkeronkruiden sterk afgenomen.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - augustus

Hoogte - 0,15-0,50 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - Deze halfparasiet heeft rechtopstaande, behaarde stengels, die meestal zijn vertakt.

Bladeren - De onderste en middelste bladeren zijn lijnvormig tot langwerpig. Ze hebben een gave rand. De bovenste hebben aan de voet enkele afstaande, priemvormige tanden. De schutbladen zijn licht roodpaars en hebben een brede, min of meer eironde voet met lange, draadvormige tanden en een lange spits.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De schuin omhoog gerichte bloemen groeien in dichte trossen die naar alle kanten wijzen. De kelktanden zijn lang, priemvormig en komen ongeveer tot de zoom van de kroon. De bloemen zijn paars-roze met een gele keel en 2 tot 2½ cm lang. De onderlip heeft een omhoog gekromde rand. De keel is bijna gesloten.

Vruchten - Een doosvrucht met twee zaden. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, iets open plaatsen op matig droge, matig voedselrijke, kalkrijke, enigszins omgewerkte grond (niet te zware klei, stenige plaatsen en mergel).

Groeiplaats - Akkers (wintergraanakkers), rotsachtige plaatsen, grasland (kalkgrasland), bermen, op puinkegels aan de voet van kalkhellingen en heggen.
Familie: Orobanchaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Ernstig bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkrijke akkers
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website