Waterdrieblad

Menyanthes trifoliata


© John Breugelmans

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - juni

Hoogte - 0,15-0,30 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Een dikke, lange, kruipende wortelstok. Worteldiepte tot 50 cm.

Stengels/takken - In het water of op nat veen vormt Waterdrieblad horizontale, dikke, groene, vertakte en vrijwel niet behaarde stengels.

Bladeren - De bladeren groeien aan de uiteinden van de stengels. Ze zijn groot, 3-tallig met omgekeerd eironde, vaak zwak gekartelde deelblaadjes.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloeiwijzesteel is lang en draagt geen gewone bladeren, maar wel een tros van 10 tot 30 bloemen met vrij grote, schubvormige schutbladen. In knop is de bloemkroon naar de top toe roze gekleurdt. De geopende bloemen zijn wit, 1,4 tot 1,6 cm groot en stervormig. De binnenkant van de kroonslippen dragen talrijke forse, witte haren.

Vruchten - Een doosvrucht. De boonvormige vruchten gaan met 2 of soms 3 kleppen open. De zware zaden zijn glanzend oranjebruin en blijven op het water drijven. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, soms half beschaduwde plaatsen in ondiep, matig voedselarm tot matig voedselrijk, neutraal tot zwak zuur water. Zoutmijdend (laagveen of sterk venig zand en leem).

Groeiplaats - Moerassen, water en waterkanten (laagveenmoeras, beekdalmoeras, verlande plassen, petgaten, kleine plassen, verlandende sloten, waterkanten in veenweidegebieden, oude Maasmeanders, vennen, poelen en soms in hoogveenpoeltjes), bossen (soms in moerasbossen) en zeeduinen (duinplassen).
Familie: Menyanthaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Gevoelig
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: laagvenen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website