Rossig fonteinkruid

Potamogeton alpinus


© Berco Hoegen

Ecologie & verspreiding
Rossig fonteinkruid is te vinden in zonnig tot licht beschaduwd, meestal koel, niet te ondiep, stilstaan of zwak stromend, ± stikstofrijk, onvervuild, voedselarm tot matig voedselrijk, zwak zuur tot zwak basisch, helder en zoet water boven een minerale tot licht organische bodem van venig zand, leem, rivierklei of soms veen. Deze pionier vormt winterknoppen, is weinig concurrentiekrachtig en groeit in sloten die pas geschoond of gegraven zijn, in kanalen en gekanaliseerde beken, in bosvijvers en kasteelgrachten, in luwe zones van rivieren en grote plassen. Ze groeit vaak in kwelsloten op de grens van zand en veen. De plant hoort thuis in de gematigde streken van het Noordelijk Halfrond en is in Nederland vrij zeldzaam in oostelijk Friesland en West-Drenthe, zeldzaam elders in het oosten en midden van het land. De reden van de sterke achteruitgang is onbekend, maar mogelijk speelt de toegenomen eutrofiëring een rol door beïnvloeding van de helderheid van het water.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - augustus

Hoogte - 0,50-1,50 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - De wortelstok is sterk vertakt.

Stengels/takken - Tijdens de bloei zijn de stengels meestal niet vertakt. Ze kunnen enkele dm tot meer dan 1 m lang worden.

Bladeren - De ondergedoken bladeren zijn langwerpig, niet gesteeld en soms zijn ze zwak stengelomvattend. Ze hebben een stompe top en de randen gaaf. Verder zijn ze iets gekroesd, vaak golvend en soms roodachtig van kleur. De steunblaadjes zijn groot. De drijfbladeren zitten in paren. Ze zijn dun leerachtig, elliptisch, niet doorschijnend en netvormig geaderd. De zijnerven lopen meest evenwijdig aan de hoofdnerf. Aan de voet zijn ze in een korte steel versmald en aan de top zijn ze stomp.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn groenig. De aarstelen zijn overal even dik. Een stengel kan tot 10 aren dragen.

Vruchten - Een steenvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige of soms licht beschaduwde plaatsen in niet te ondiep, voedselarm tot matig voedselrijk, niet vervuild, zoet, helder, stilstaand of stromend, zwak zuur of soms licht basisch water, met een minerale tot licht organische bodem (venig zand, leem, rivierklei of soms veen).

Groeiplaats - Water (spoorsloten, regelmatig geschoond of pas gegraven water, nieuwe kavelsloten, kanalen, gekanaliseerde beken, kwelsloten, bosvijvers, vrij diepe kasteelgrachten en luwe zones van rivieren en grote plassen).
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: voedselarme wateren
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website