Moeraskruiskruid

Jacobaea paludosa


© Dick Kerkhof

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - augustus

Hoogte - 0,60-1,80 m.

Geslachtsverdeling - polygaam

Wortels - Een kruipende, meerkoppige wortelstok. Worteldiepte tot 50 cm.

Stengels/takken - De stijf rechtopstaande, grijsachtig groene stengels zijn kantig, hol en alleen in de bloeiwijze vertakt.

Bladeren - De bladeren zijn van onderen meestal grijs-viltig of heel soms kaal. Ze zijn lijnvormig tot langwerpig en lang toegespitst. De bladrand is gezaagd, iets omgerold. De onderste bladeren zijn gesteeld en de middelste en bovenste zijn niet gesteeld en hebben een halfstengelomvattende voet. De bladeren staan vaak omhooggericht en zijn 8 tot 14 cm lang.

Bloemen - Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemhoofdjes groeien met 10 tot 30 bij elkaar in grote schermachtige pluimen. De hoofdjes zijn 3 tot 4 cm groot. De 10 tot 20 lintbloemen zijn geel, evenals de buisbloemen. De omwindselbladen zijn kaal of viltig behaard.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn kaal. Het vruchtpluis is geelwit tot licht strokleurig. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op natte, matig voedselarme tot voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende, humeuze, slibrijke grond (lemig zand, veen, leem, zavel en rivierklei).

Groeiplaats - Waterkanten (oude rivierlopen, kolken, greppels en in de rietzoom langs kanalen), ruigten (natte ruigten), moerassen (laagveenmoerassen, verruigd rietland en trilveen), grasland (hooiland), langs spoorwegen (spoorgreppels) en bossen (moerasbossen, wilgenbossen, grienden en populierenplantages in uiterwaarden).
Familie: Asteraceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Kwetsbaar
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Ecologische groep: natte ruigten
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website