Klimopklokje

Wahlenbergia hederacea


© Willem Braam

Ecologie & verspreiding
Klimopklokje staat op zonnige tot half-beschaduwde, vochtige tot drasse, vrij warme, matig voedselrijke, vrij zure, kalkarme veen- en zandbodems die bij voorkeur een goed ontwikkelde moslaag hebben. Ze groeit in drassige, venige heiden en op plagplekken, in moerassige veenterreinen, in lichte broekbossen en langs oevers van vennen, beken en riviertjes. Ook op vochtige hellingen, in beschaduwde ravijnen en op rotspartijen, soms in bermen en langs bospaden en wordt vermeld van vochtige akkers. De noordwestgrens van het verspreidingsgebied van deze Atlantische soort reikt tot aan Nederland en heeft enkele voorposten in ons land en in Duitsland. In 1933 is de soort aangetroffen in een drassige heide van het Hardingsbroek bij Tubbergen in Twente en is daar nog bloeiend aangetroffen in 1959. Ze heeft zich niet kunnen handhaven door ontginning en ontwatering van de omgeving. Recent is soort aangetroffen op vochtig zand aan de rand van groot ven in het zuidoosten van de Kempen.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - september

Hoogte - 0,05-0,30 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Wortelend op de knopen.

Stengels/takken - De liggende stengels zijn slap, draadvormig en  vertakt.

Bladeren - De verspreid staande bladeren zijn kaal, hebben een lange steel en zijn handvormig gelobd tot rondachtig of hoekig-niervormig (klimopachtig). Ze hebben een hartvormige voet.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De lichtblauwe bloemen staan afzonderlijk in de bladoksels op lange, dunne stelen. Ze zijn 0, 6-1 cm, klokvormig en met drie  tot vijf  korte slippen. De meeldraden zijn behaard en maar weinig verbreed aan de voet.

Vruchten - Een doosvrucht. De vruchten staan rechtop en springen aan de top met twee  kleppen open. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot halfbeschaduwde, vrij warme plaatsen op vochtige tot vrij natte, matig voedselarme, vrij zure, kalkarme grond (veen en zand).

Groeiplaats - Heide (natte, venige heide en plagplekken) en moerassen (veenmoerassen).
Familie: Campanulaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: natte heiden
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website