Koraalmeidoorn

Crataegus rhipidophylla


© Theo Muusse

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - juli

Hoogte - 2,00-9,00 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - De korte, kale takken zijn paarsachtig of kaneelbruin.

Bladeren - De driehoekig-eironde bladeren zijn meestal tot op de helft gelobd tot gespleten. De bladslippen zijn scherp en fijn getand, behalve aan de wigvormige bladvoet. De steunblaadjes hebben dicht opeenstaande scherpe tanden, met daarop meestal gesteelde klieren.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte bloemen zijn 1,5-2 cm. Elke bloem heeft één stijl. De kelkbladen zijn langwerpig, hebben een iets verbrede voet en zijn smal driehoekig toegespitst.

Vruchten - Een pitvrucht. De lichtrode bessen zijn 1-1,5 cm. Ze hebben een opstaande kelk en bevatten één  pit. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op matig vochtige tot matig droge, matig voedselrijk tot voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudend, humeuze, lemige grond. Koraalmeidoorn is minder lichtbehoeftig dan Eenstijlige meidoorn.

Groeiplaats - Bossen (lichte plekken in loofbossen, vaak op warme en meer kalkrijke plaatsen), struwelen en heggen.
Familie: Rosaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkrijke bossen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website