Gele kornoelje

Cornus mas


© Ruud Beringen

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - februari - maart

Hoogte - 3,00-6,00 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - De takken zijn grijsachtig geel, maar de jonge takken zijn groen.

Bladeren - De langwerpig-eironde bladeren staan tegenover elkaar. Ze zijn 5-8 cm lang en aan beide kanten groen. Ze hebben drie tot vier paar nerven. Aan de onderkant zijn ze in de hoeken van de nerven behaard.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De gele, 4-5 mm grote bloemen groeien in kleine groepjes. Ze hebben vrijwel geen steel en verschijnen voor de bladeren. De kroonbladen zijn 2-3 mm. De vier  omwindselbladen zijn geelachtig.

Vruchten - Een steenvrucht. De eivormige, 1-2 cm lange bessen zijn glanzend rood en enigszins sappig. Ze zijn eetbaar, maar hebben een wrange smaak. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot vochtige, matige voedselarme tot matig voedselrijke, kalkrijke grond (mergel en stenige plaatsen).

Groeiplaats - Bossen (loofbossen en kalkhellingbossen), struwelen, houtwallen, hellingen, rotsen en bermen van holle wegen.
Familie: Cornaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Gevoelig
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: stinseplant
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website