Geelgroene vrouwenmantel

Alchemilla xanthochlora


© Peter Meininger

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - herfst

Hoogte - 0,15-0,80 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Een houtige voor een deel boven de grond kruipende wortelstok.

Stengels/takken - De bladstelen zijn bedekt met rechtopstaande of schuin omhoog groeiende haren.

Bladeren - De bovenkant van de wortelbladen is kaal, maar soms groeien enkele haren aan de bladranden en in de plooien. De wortelbladen hebben brede en meestal afgeronde lobben. De steunblaadjes van de wortelbladen verdrogen niet snel.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Een samengestelde bebladerde bloeiwijze met groengele, 2-4 mm grote bloemen. De bloemen hebben geen kroonbladen, vier  kelkbladen, vier bijkelkbladeren, vier  meeldraden, waarvan de helmknoppen niet openspringen en één  onderstandige stamper. De kelkbuis is kaal of soms met een enkele haar. De kelkbladen zijn korter of iets langer dan de kelkbuis. Na de bloei staan ze omhoog gericht. De bijkelkbladen zijn veel kleiner dan de kelkbladen.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot half beschaduwde plaatsen op vrij droge tot vrij natte, matig voedselrijke, neutrale tot licht kalkhoudende, grazige grond.

Groeiplaats - Bermen, grasland (nat, bemest grasland), bosranden, zeeduinen en waterkanten (langs beken en rivieren).
Familie: Rosaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Gevoelig
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: natte, bemeste graslanden
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website