Oeverduizendknoop (G)

Persicarialapathifoliasubsp.brittingeri


Ecologie & verspreiding
Oeverduizendknoop is één van eenjarige ondersoorten van Persicaria lapathifolia welke moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn en bovendien ook allerlei overgangen vertonen. Evenals de andere ondersoorten staat de eenjarige plant op open en zonnige, op vochtige tot natte, voedsel- en stikstofrijke, niet zure en meestal omgewerkte bodems. Deze subspecies kunnen, vaak als pioniers, groeien op akkers en hakvruchtakkers, in ruigten en omgewerkte of pas ingezaaide bermen, op braakliggende of opgespoten grond, langs kanalen, sloten, plassen en vijvers en op aanspoelselgordels, op ruderale plaatsen zoals persvoerkuilen en mesthopen. De stengels van Oeverduizendknoop liggen of stijgen op aan de top, de onderste bladeren zijn bijna cirkelrond en stomp, de bovenste bladeren zijn elliptisch-eirond en spitser, de onderzijden zijn viltig en van boven donker gevlekt. De nootjes zijn 2-2,5 mm lang en de bloeiwijzen zijn wit, later wit of roodachtig en duidelijk beklierd. Zie ook Persicaria lapathifolia en de andere ondersoorten.
Familie: Polygonaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website