Zandstruisgras

Agrostis vinealis


© Willemien Troelstra

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - augustus

Hoogte - 0,10-0,60 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Lange wortelstokken met strokleurige, meestal niet tot vezels verwerende schubben en zonder uitlopers.

Stengels/takken - De bloeistengels staan rechtop.

Bladeren - De niet-bloeiende spruiten zijn smaller dan die van Gewoon struisgras. Vaak zijn ze nog geen 1 mm breed. Ook blijven ze vaak ingerold. Het tongetje is min of meer driehoekig, minstens even lang als breed, vaak spits en wordt tot 5 mm lang, tenminste bij het vlagblad.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloempluim is smal en min of meer samengetrokken.

Vruchten - Een graanvrucht. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).

Bodem - Zonnige tot half beschaduwde, min of meer open plaatsen op droge, voedselame, licht humeuze tot humeuze, zwak zure tot zure grond (leemarm zand en grind).

Groeiplaats - Stuifzand, heide, bermen, langs spoorwegen (spoorbermen), verlaten akkers, op zand en grind aan de bovenrand van kalkhellingen, zeeduinen en bossen (naaldhoutaanplant) en kapvlakten.
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: droge, zure graslanden
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website