Grote/Middelste sneeuwroem

Scilla forbesii / luciliae


© Hanneke Waller

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - maart - april

Hoogte - 0,10-0,25 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Een 1-1,5 cm grote bol.

Stengels/takken - De stengel staat rechtop.

Bladeren - De twee of drie  bladen zijn breed lijnvormig, gootvormig, 0,5-1,5 cm breed en met een kapvormige top.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Een  bloeiwijze met meestal één  tot vier  bloemen, zelden tot vijftien. De 2-3½ cm grote bloemen zijn helderblauw met een wit hart. De bloemdekbuis is 4-5 mm. De stijl is 1-1½ mm lang.

Vruchten - Een doosvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).

Bodem - Licht beschaduwde, maar soms vrij zonnige plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, humeuze grond.

Groeiplaats - Bossen (bij oude buitenplaatsen), bosranden en grasland (grasvelden). Stinsenmilieus.
Familie: Asparagaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: exoot (na 1900 verwilderd of aangeplant)
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: stinseplant
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website