Boerenkrokus

Crocus tommasinianus


© Joop Verburg

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - februari - maart

Hoogte - 0,10-0,20 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Een knol, die elk jaar extra knolletjes vormt.

Stengels/takken - Een rechtopstaande bloeistengel met een licht gekleurd vliezig omhulsel.

Bladeren - De bladeren zijn 2-4 mm breed, wat smaller dan die van Bonte krokus.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De langwerpige tot elliptische bloemdekbladen hebben meestal een vrij spitse top. Ze zijn lila of licht paarsblauw met een grijswitte buis. Bij zonneschijn staan ze stervormig uit. De helmdraden zijn behaard.

Vruchten - Een doosvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).

Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vrij vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, liefst kalkhoudende grond.

Groeiplaats - Bossen (bij buitenplaatsen en parkbossen), grasland (weiland, veenweiden en grasvelden). In het oorspronkelijke gebied in loofbossen en op beschaduwde hellingen, vooral op kalksteen, op een hoogte tussen 1000 en 1500 meter.
Familie: Iridaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: stinseplant
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website