Smalle doorwas

Bupleurum subovatum


© Rutger Barendse

Ecologie & verspreiding
Smalle doorwas staat op open en zonnige, warme, droge tot iets vochtige, maar doorlatende, ruderale en omgewerkte, veelal kalkhoudende bodems. De eenjarige en efemere plant groeit in akkers en wijngaarden, in open bossen en op allerlei ruderale plaatsen, waaronder haventerreinen, verwaarloosde tuinen en spoorwegemplacementen. Ze is inheems in Zuid-Europa, Zuidwest-, Centraal-Azië en Noordwest–Afrika en is als verontreiniging met wol- en graanimport en als kippen- en vogelvoer op tal van plaatsen terecht gekomen. In Nederland is dit Goudscherm zowel vroeger als tegenwoordig uitsluitend adventief aangetroffen. De soort wordt door insecten bestoven en de zaden worden door de wind verspreid. Smalle doorwas heeft net als Doorwas geen omwindselbladen en is te onderscheiden van die soort door o.a. haar 2-3 (5)-stralige scherm (tegenover 4-12 stralen) en door haar bladeren die meer dan 2x zo lang zijn als breed zijn (tegenover minder dan 2x) en de grotere vruchten met fijne wratten tegenover de gladde vruchten bij Doorwas.
Familie: Apiaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website