Ruwe smeerwortel

Symphytum asperum


Ecologie & verspreiding
Ruwe smeerwortel staat op zonnige tot half beschaduwde, vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke, omgewerkte grond. Ze groeit op allerlei ruderale plaatsen en ruigten, in struwelen, bermen en akkers. Oorspronkelijk stamt de soort uit Zuidwest-Azië en Zuidoost-Rusland, ze is in diverse Europese landen ingevoerd, verwilderd en plaatselijk ingeburgerd. De plant is van meerdere plaatsen in ons land bekend en is mogelijk op enkele plaatsen ingeburgerd, o.a. in Zuid-Limburg. Ruwe smeerwortel verschilt van Gewone smeerwortel o.a. door het feit dat de bovenste bladeren kort gesteeld zijn en niet aflopen, de nootjes dof, korrelig en gerimpeld zijn en door de smallere vleugels van de bladstengels. Ze verschilt van de kruising met Gewone smeerwortel o.a. doordat bij de hybride de bovenste bladeren kort aflopen, de kelktanden ± spits zijn i.p.v. afgerond en verder doordat de helmhokjes tot 1½ x zo lang zijn als de filamenten i.p.v. korter. De soort wordt al sinds 1800 gebruikt als sierplant en als veevoer.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - augustus

Hoogte - 0,80-1,50 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - De rechtopstaande stengels zijn niet gevleugeld, borstelig en stekelig behaard.

Bladeren - De bovenste stengelbladen zijn kort gesteeld, de onderste zittend. De wortelbladeren zijn eirond tot langwerpig en 20 tot 40 cm lang, de stengelbladeren zijn lancetvormig en de voet is versmald of bijna hartvormig.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De 1 tot 1,7 cm grote, klokvormige bloemen zijn eerst roze, later worden ze blauw. De behaarde kelk is minder dan half zo lang (3 tot 4 mm) als de kroon.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De nootjes zijn korrelig gerimpeld. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot vaak halfbeschaduwde plaatsen op vochtige, omgewerkte, voedselrijke tot zeer voedselrijke grond.

Groeiplaats - Ruderale plaatsen, ruigten, bermen, struwelen en akkers.
Familie: Boraginaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: humeuze ruigten
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website