Okkernoot

Juglans regia


© Hanneke Waller

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - mei

Hoogte - 12,00-30,00 m.

Geslachtsverdeling - éénslachtig, éénhuizig

Wortels -

Stengels/takken - Een brede, bolvormige kroon. De schors van de dikke stam is eerst glad, maar wordt later grijs met diepe groeven. De onderste takken zijn groot en bochtig. De knoppen zijn donker paarsbruin.

Bladeren - De verspreid staande bladeren zijn geveerd met 7 tot 9 deelblaadjes. Ze zijn gaafrandig, eirond, worden tot 15 cm lang, naar de top groter wordend, boven het midden het breedst en aan de onderkant bijna kaal (alleen op de nerven zijn ze behaard). Bij wrijven verspreiden ze een duidelijke geur.

Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De hangende, gele mannelijke katjes worden 5 tot 15 cm lang, de vrouwelijke bloemen staan rechtop in groepjes van 2 of 3 en hebben 2 stempels. Het vruchtbeginsel is onderstandig.

Vruchten - Een steenvrucht. De bolvormige vrucht is 4 tot 5 cm groot, glad, groen met witte puntjes en met daarin een eetbare, bruine walnoot. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochthoudende, goed doorluchte, vrij voedselrijke, kalkhoudende grond.

Groeiplaats - Bossen (loofbossen), braakliggende grond en kalkhellingen.
Familie: Juglandaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: exoot (na 1900 verwilderd of aangeplant)
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: kalkrijke bossen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website