Gifsla

Lactuca virosa


© Koen van Zoest

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juli - augustus

Hoogte - 0,50-1,50 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - Onderaan zijn de sterk geurende stengels soms bedekt met borstelharen. Vaak zijn ze roodbruin aangelopen of gevlekt. Het melksap wordt na ongeveer vijf minuten lichtgeel en na het opdrogen bruingeel.

Bladeren - De rozetbladen zijn breed spatelvormig tot eirond. Op de rugkant van de middennerf zitten stekeltjes, die meestal minder dan 1 mm lang zijn. Soms ontbreken ze bij enkele bladen. De bovenste bladeren groeien horizontaal en zijn meestal niet gedraaid en niet gedeeld.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De gele bloemen vormen samen een pyramidevormige pluim.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn eerst geel tot oranje, bij rijpheid worden ze zwart tot bruin. Ze zijn minstens 1½ mm breed en (zonder snavel) minstens 4½ mm lang. Ze hebben vrij brede vleugelranden en zijn kaal. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes). De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar).

Bodem - Zonnige, open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, met name stikstofrijke, vaak omgewerkte grond (zand, grind en andere stenige plaatsen).

Groeiplaats - Bermen, ruderale plaatsen, humeuze ruigten, waterkanten (langs rivieren en kanalen), richels van klippen, zeeduinen en langs spoorwegen.
Familie: Asteraceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: humeuze ruigten
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website