Gekroesde haarmuts

Orthotrichum pulchellum


© Norbert Stapper

Ecologie & verspreiding
In de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw werd Orthotrichum pulchellum in diverse delen van Nederland aangetroffen, maar in de jaren zeventig van de vorige eeuw groeide deze fraaie en gemakkelijk herkenbare soort nog voornamelijk langs de kust. Tegenwoordig is de soort ook in het binnenland weer regelmatig te vinden op bomen en struiken met een voedselrijke schors in luchtvochtige bossen. De huidige verspreiding komt sterk overeen met die van Ulota phyllantha. Is de sterke toename in het binnenland wellicht een gevolg van de toegenomen 'voedselrijkdom' (fijn stof, stikstof) van de atmosfeer? Voorheen droegen vooral aerosolen van zee- en rivierwater hieraan bij, tegenwoordig ook industrie, verkeer en landbouw. Milde winters zijn voor deze subatlantisch-gematigde soort ook gunstig. In de Biesbosch zitten sporenkapsels van O. pulchellum regelmatig vol met gekiemde sporen. Wellicht verklaart dit het plaatselijk explosief optreden van de soort. In sommige vlierbosjes groeiden duizenden polletjes. Elk twijgje is dan door deze soort bezet. Komt dit verschijnsel ook elders voor?
Groep: Bladmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Biotoopvoorkeur: Pioniers op bomen
Substraatvoorkeur: schors
Controle: veldwaarneming
© 2024  BLWG
Ga naar de volledige website