Roodknolpeermos

Pohlia lescuriana


© Jan Kersten

Ecologie & verspreiding
Pohlia lescuriana komt voor op zandig-lemige en sterk lemige greppelkanten, holle wegen, beekoevers, natuurontwikkelingsterreinen en akkers. De meeste vondsten dateren van na 1980 en zijn afkomstig van de hogere zandgronden en het heuvelland. Opvallend zijn diverse vondsten rond de Biesbosch. Waarschijnlijk is P. lescuriana overal op (sterk) lemige bodem wel te vinden in pioniermilieus. Pohlia lescuriana is nog steeds een tamelijk onbekende soort die in zoden en als min of meer geïsoleerde stengels kan voorkomen. De kleur is bleek- tot geelgroen. Goed ontwikkelde planten lijken op P. annotina zonder broedknoppen. Verwarring kan optreden met P. melanodon en P. lutescens. De eerste heeft brede zeskantige cellen; de tweede heeft evenals P. lescuriana lijnvormige bladcellen maar is uitgesproken geelgroen met metaalglans. De bleek bruinrode broedknollen zijn kenmerkend (niet te verwarren met die van Atrichum tenellum, Bryum microerythrocarpum of Dicranella schreberiana waarmee het geregeld samengroeit!).
Familie: Mniaceae
Groep: Bladmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Kale vochtige bodem
Substraatvoorkeur: lemig of fijn zand
Controle: microscopische determinatie
© 2024  BLWG
Ga naar de volledige website