Ecologie & verspreiding
Deze saprotroof lijkt een voorkeur te hebben voor naaldhout in gemengd bos of naaldbos, maar niet exclusief. Mogelijk op wat rijkere grond. De soort is o.a. bekend van Fijnspar (Picea abies). Het typemateriaal is beschreven van een vondst op Duindoorn (Hippophae rhamnoides). Als substraat wordt twijgen, takken en stammen van weinig tot sterk verrot hout genoemd. Het Stekelsporig harshaarveegje is al langere tijd van meerdere vindplaatsen uit Groningen bekend. ‘Groningae’ uit de wetenschappelijke naam verwijst daar ook naar. Omdat de soort, beschreven in 2021, bij velen nog onbekend is, is er nog geen zicht op de werkelijke verspreiding in Nederland. Gezien het feit dat deze soort al enige jaren meerdere keren per jaar gevonden wordt, is hij waarschijnlijk niet zeldzaam. Er is één vondst uit België bekend.
Deze saprotroof lijkt een voorkeur te hebben voor naaldhout in gemengd bos of naaldbos, maar niet exclusief. Mogelijk op wat rijkere grond. De soort is o.a. bekend van Fijnspar (Picea abies). Het typemateriaal is beschreven van een vondst op Duindoorn (Hippophae rhamnoides). Als substraat wordt twijgen, takken en stammen van weinig tot sterk verrot hout genoemd. Het Stekelsporig harshaarveegje is al langere tijd van meerdere vindplaatsen uit Groningen bekend. ‘Groningae’ uit de wetenschappelijke naam verwijst daar ook naar. Omdat de soort, beschreven in 2021, bij velen nog onbekend is, is er nog geen zicht op de werkelijke verspreiding in Nederland. Gezien het feit dat deze soort al enige jaren meerdere keren per jaar gevonden wordt, is hij waarschijnlijk niet zeldzaam. Er is één vondst uit België bekend.
Substraatvoorkeur: Hout, dood (30)