Struikmos

Thamnobryum alopecurum


© Henk Greven

Ecologie & verspreiding
Thamnobryum alopecurum groeit in essenhakhout, populierenbossen en aangeplante bossen in de Noordoostpolder, maar vooral in zeer grote populaties in voedselrijke en vochtige oude bossen -waaronder essenhakhout- in het rivierengebied en in droogdalen in Zuid-Limburgse bossen. Ook zijn er vrij veel opgaven van binnenduinrandbossen en de Noordoostpolder. In het buitenland komt de soort ook veel voor op beschaduwde kalkrotsen aan waterlopen en in een dergelijk milieu, beschutte steenkanten in de Rijndelta, is Thamnobryum ook bij ons aangetroffen. Het is niet zeker wat de oorzaak is van lokale verschillen in het voorkomen voor en na 1980. In het goed onderzochte Zeeland is de soort mogelijk achteruit gegaan, in de Biesbosch en bij Rotterdam is waarschijnlijk sprake van recente uitbreiding. Struikmos is vrij zeldzaam maar weet zich in ons land goed te handhaven. Struikmos vormt uitgebreide hoge zoden. Door formaat en groeiwijze is het een onmiskenbare soort. Kapsels zijn te vinden aan de stengeltoppen van het voorgaande jaar, meestal meerdere bijeen. Ze worden het meest gevonden op beschutte plaatsen in terreindepressies.
Groep: Bladmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Rijk bos
Substraatvoorkeur: grof strooisel
Controle: veldwaarneming
© 2024  BLWG
Ga naar de volledige website