Rivierdubbeltandmos

Didymodon nicholsonii


© Michael Lueth (www.milueth.de)

Ecologie & verspreiding
De planten van Didymodon niocholsonii, soms uitgebreide kussens vormend, groeien op beslibde basalt- en betonblokken op kribben, op baksteenpuin en zelfs op kunststofmatten (geotextiel) dat gebruikt wordt ter versteviging van de kribben. De planten groeien in en boven de zone waarin ook Cinclidotus fontinaloides en Schistidium platyphyllum voorkomen. Alleen bij hoog water staan zij onder water. Ook in de uiterwaarden komt de soort voor, op bijvoorbeeld duikers en sluisjes, boomvoeten en dood hout. Lange tijd werd gedacht dat D. nicholsonii een endeem van Groot-Brittanië was. Inmiddels is de soort ook bekend uit België, Frankrijk, Duitsland, Portugal, Spanje, Turkije, Californië en Nederland. Uit ons land is de soort sinds 1988 bekend. Inmiddels is D. nicholsonii algemeen in het rivierengebied langs Waal en Nederrijn/Lek en is ook meermalen gevonden langs de Friese IJsselmeerkust. In Baden-Würtemberg is de soort voor het eerst in 1963 gevonden. Nu komt de soort daar massaal voor langs de Bovenrijn. Of dat een kwestie is van recente uitbreiding of van over het hoofd zien in het verleden is niet duidelijk. D. nicholsonii is pas na enige oefening te onderscheiden van D. vinealis. De kenmerkende geelgroene gemmen zijn zeer klein en onopvallend aanwezig op de bovenste helft van de bladschijf.
Familie: Pottiaceae
Groep: Bladmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Stenige oever
Substraatvoorkeur: steen en schors
Controle: microscopische determinatie
© 2024  BLWG
Ga naar de volledige website