Ronde haarmuts

Orthotrichum patens


© Jan Kersten

Ecologie & verspreiding
Orthotrichum patens was al eens in 1845 bij Amsterdam verzameld. Tot voor kort was dit materiaal gedetermineerd als O. stramineum. Nadien is de soort voor het eerst weer ontdekt in 1990 in de Biesbosch. Inmiddels is O. patens verzameld in ca. 20 atlasblokken, in voedselrijke vochtige bossen, op Schietwilg, Populier en Zomereik, en ook op Vlier, Katwilg en Grauwe wilg. De soort lijkt zich uit te breiden. Opmerkelijk is het nog vrijwel ontbreken van Orthotrichum patens in Noord-Nederland. Ook in het buurland Duitsland is het mos in het zuiden algemener. Houdt de soort van warmte of droogte? Orthotrichum patens heeft een relatief klein areaal, dat beperkt is tot delen van Midden-, West-, en Noord-Europa. Waarschijnlijk wordt de soort ook nog over het hoofd gezien. In het veld valt Ronde haarmuts vooral op door de nette polletjes met talrijke kapsels met vrij sterk behaarde huikjes. Het rijpe kapsel heeft opvallend smalle ribben.
Groep: Bladmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Pioniers op bomen
Substraatvoorkeur: schors
© 2024  BLWG
Ga naar de volledige website