Ecologie & verspreiding
Korstvormige soort met grijsbruine apotheciën met dunne, grijze rand. Thallus zichtbaar als een vage grijze vlek, ingezonken in het substraat. Apotheciën vaak dicht opeenstaand en binnen een thallus vaak in verschillende ontwikkelingsstadia aanwezig. Pionier op allerlei matig-zure, voedselrijke substraten, zoals steen, hout en boomvoeten. Myriolecis semipallida groeit op horizontale kalkhoudende oppervlakken, vooral harde kalksteen en beton, en heeft apotheciën met een helderwitte rand die op een meer regelmatiger afstand van elkaar staan. Het thallus is zichtbaar als een grijze kring. Myriolecis dispersa heeft apotheciën met een heldergrijze rand en zijn binnen een thallus regelmatiger van grootte. Sommige auteurs onderscheiden binnen Myriolecis hagenii nog andere soorten, waaronder Myriolecis persimilis.
Korstvormige soort met grijsbruine apotheciën met dunne, grijze rand. Thallus zichtbaar als een vage grijze vlek, ingezonken in het substraat. Apotheciën vaak dicht opeenstaand en binnen een thallus vaak in verschillende ontwikkelingsstadia aanwezig. Pionier op allerlei matig-zure, voedselrijke substraten, zoals steen, hout en boomvoeten. Myriolecis semipallida groeit op horizontale kalkhoudende oppervlakken, vooral harde kalksteen en beton, en heeft apotheciën met een helderwitte rand die op een meer regelmatiger afstand van elkaar staan. Het thallus is zichtbaar als een grijze kring. Myriolecis dispersa heeft apotheciën met een heldergrijze rand en zijn binnen een thallus regelmatiger van grootte. Sommige auteurs onderscheiden binnen Myriolecis hagenii nog andere soorten, waaronder Myriolecis persimilis.
Familie: Lecanoraceae
Groep: Korstmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: vrij algemene soort
Biotoopvoorkeur: laanbomen
Substraatvoorkeur: op steen, op bomen, op hout