Stinkende lis

Iris foetidissima


© Paula Molendijk

Ecologie & verspreiding
Stinkende lis geeft de voorkeur aan zonnige tot beschaduwde, droge tot vochtige, goed gedraineerde, voedsel- en kalkrijke klei-, leem- en zandbodems. Ze groeit in open bossen, langs hagen, in droge struwelen en duinbosjes, op oevers en zeekliffen en wordt als sierplant en voor droogboeketten gecultiveerd en is op tal van plaatsen ingeburgerd. Nederland ligt buiten het Europese areaal dat zich uitstrekt van West- en Zuid-Europa, van Frankrijk tot het noordwesten van de Balkan. In de 17e en 18e eeuw werd de soort aangetroffen langs de vaart tussen Haarlem en Leiden en verder bij Vogelenzang. Momenteel is de plant zeer zeldzaam verspreid in Nederland, voornamelijk in het zuidelijk van het land. Deze Lis heeft een massieve, enigszins afgeplatte stengel, is winterhard en de glanzend, donkergroene bladeren verspreiden bij kneuzing een onaangename, knoflookachtige geur. De fraaie, ronde en oranje-rode zaden blijven in de geopende vrucht zitten en komen pas vrij in het volgende voorjaar.
Familie: Iridaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeldzame soort
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website