Bolletjesvaren

Onoclea sensibilis


© Adrie van Heerden

Ecologie & verspreiding
Bolletjesvaren prefereert half beschaduwde, vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, zure grond. Op de plaats van herkomst staat de soort in zonnige tot beschaduwde moerassen, op laagveen en in vochtige bossen. In Nederland is haar voorkomen beperkt tot kasteeltuinen, park- en loofbossen, moerassige plaatsen en plekken waar tuinafval is gestort. De plant stamt oorspronkelijk uit oostelijk Noord-Amerika en het oosten van Azië. Ze is op een aantal plaatsen in Europa ingeburgerd. De gevormde bladeren ontspringen aan een lang kruipende wortelstok en staan verspreid. De steriele bladen verschillen sterk van de fertiele bladen en zijn vorstgevoelig. De zijblaadjes van de fertiele bladen zijn om de, aan de onderzijde gelegen, sporenhoopjes gevouwen, hetgeen het beeld oproept van een pluim met parelsnoeren en waaraan de plant dan ook zijn Nederlandse naam ontleent. Dekvliesjes ontbreken, de gevormde sporen blijven aan het winterharde, uiteindelijk zwart wordende bladen vastzitten en komen pas de volgende lente vrij.
Familie: Onocleaceae
Groep: varens (sporenplanten)
Zeldzaamheid: zeldzame soort
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website