Schijnaardbei

Potentilla indica


© Bert Verbruggen

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - oktober

Hoogte - 0,05-0,15 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - De liggende stengels zijn behaard en wortelen op de knopen.

Bladeren - De bladeren zijn drietallig. De ovale deelblaadjes worden tot 5 cm lang en 3 cm breed. Ze zijn behaard op de nerven.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De vijftallioge, gele bloemen worden tot 1 cm in doorsnee. De bijkelkblaadjes zijn rond tot ovaal, aan de top ingesneden en met meestal 3 tanden. Tijdens de bloei zijn ze 3 tot 5 mm, na de bloei groeien ze uit tot 8 mm. De kelk is na de bloei sterk vergroot.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De aardbeiachtige vruchten zijn rood, droog en 1,2 cm groot. Ook de pitjes zijn rood. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Halfbeschaduwde tot beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselrijke grond.

Groeiplaats - Tuinen, grasland (gazons), in de voegen van straatstenen, bossen (loofbossen en langs bospaadjes), struwelen, plantsoenen en parken.
Familie: Rosaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: exoot (na 1900 verwilderd of aangeplant)
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: voedselarme bossen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website