Amerikaanse vlier

Sambucus canadensis


© Rutger Barendse

Ecologie & verspreiding
Amerikaanse vlier prefereert zonnige tot beschaduwde, droge tot vochtige, stikstofrijke en omgewerkte zand-, leem- en kleigrond. Ze groeit op ruderale plaatsen, in heggen en bermen, langs spoorwegen en in de duinen. Verder in vochtige bossen, in bosranden en kapvlakten, langs rivieren en in aanspoelselzones. De plant stamt uit Noord-Amerika en is als sierstruik ook in Europa ingeburgerd. In Nederland is ze zeer zeldzaam in het noorden, in de duinen en in het oostelijke rivierengebied. De plant heeft een onaangename reuk, maar de bloemen geuren naar muskus. De soort is gekenmerkt door haar glanzende blaadjes (7 of meer) en de weinige lenticellen op de stengels. Bestuiving geschiedt vooral door vlinders. De purperkleurige bessen worden door vogels gegeten en zorgen zo voor de verspreiding. De bessen worden gebruikt bij de bereiding van o.a. jam, gebak en gelei, verder levert ze ook kleurstoffen en insecticiden. Medisch wordt ze o.a. aangewend bij weeën en tegen hoofdpijn en diarree.
Familie: Adoxaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeldzame soort
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website