Meelbes

Sorbus aria


© Willem Braam

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - juni

Hoogte - 5,00-20,00 m.

Geslachtsverdeling - polygaam

Wortels -

Stengels/takken - De schors is grijs en glad, met later ondiepe richels die afschilferen. De boom vormt een brede, koepelvormige kroon. Bij jonge bomen zijn de twijgen bruin en behaard, maar later worden ze glad en grijs. De groene, eivormige knoppen hebben een wit behaarde punt en een bruine voet. De knoppen kunnen 2 cm lang worden.

Bladeren - De eironde bladeren zijn 8 tot 14 cm groot. Ze zijn onregelmatig gezaagd.Van boven zijn ze dofgroen en van onderen dicht grijs- tot witviltig. Er zijn 10 tot 14 paar zijnerven. In de herfst worden ze eerst geel, later bleekbruin en tenslotte bleekgrijs.

Bloemen - Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De witte, 0,9 tot 1,4 cm grote bloemen groeien in dichtbloemige, vlakke tuilen. Elke bloem heeft 2 stijlen. De bloemstelen zijn wit wollig.

Vruchten - Een pitvrucht. De eivormige tot bolvormige bessen zijn oranje tot rood en 0,8 tot 1,5 cm in doorsnee. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge, meestal kalkhoudende, rotsachtige grond.

Groeiplaats - Bossen, struwelen, heggen, rotsige hellingen en langs wegen.
Familie: Rosaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: struwelen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website