Dicht langbaardgras

Vulpia fasciculata


© Tim van de Vondervoort

Ecologie & verspreiding
Dicht langbaardgras geeft de voorkeur aan open, zonnige, droge en matig voedselarme, neutrale en meestal basische, weinig humeuze en goed doorlatende, omgewerkte en betreden zandgrond. De plant is te vinden op enigszins ruderale plaatsen in de kustduinen, in open duingraslanden en andere droge graslanden, op kampeer- en recreatieterreinen, in mosduinen en op zandwegen. Ze schijnt afwezig te zijn of slechts zeldzaam voor te komen in vochtige duinvalleien. Het taxon stamt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied en de meer zuidelijke kusten van West-Europa. Ze is bezig haar grenzen naar het noorden te verleggen en reikt tegenwoordig tot Schotland en Nederland. De soort is zeer zeldzaam in de duinen, o.a. op een aantal eilanden in het Delta- en het Waddengebied en aan de IJsselmeerkust en werd voor het eerst gevonden in 1979. Ze verschilt van de eveneens met lange kafnaalden uitgeruste Zandlangbaardgras door de grotere helmknoppen, éénzijdige aar en het behaarde vruchtbeginsel.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - juli

Hoogte - 0,08-0,50 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - De pluimsteel komt maar weinig buiten de bovenste bladschede uit of de voet van de pluim wordt door deze schede omhuld.

Bladeren -

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen samen een dichte, rechtopstaande pluim, die naar één kant is gekeerd en die meestal korter is dan 10 cm. Boven in een aartje zitten 3 tot 6 kleine, onvruchtbare bloemen. Elke bloem heeft één tot drie meeldraden. De helmknoppen zijn 1-2 mm. Het onderste kelkkafje is hoogstens 1½ mm lang, de bovenste is 1-3 cm. Ze hebben drie nerven en een tot 1 cm lange naald.

Vruchten - Een graanvrucht. De vrucht en het vruchtbeginsel zijn aan de top behaard. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).

Bodem - Zonnige, open plaatsen op droge, matig voedselarme, neutrale en meestal omgewerkte zandgrond.

Groeiplaats - Zeeduinen (enigszins ruderale plaatsen, mosduinen, open duingrasland, droog, neutraal grasland en kampeer- en recreatieterreinen).
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Gevoelig
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: droge, neutrale graslanden
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website