Wit hoefblad

Petasites albus


© Hanneke Waller

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - februari - maart

Hoogte - 0,07-0,30 m.

Geslachtsverdeling - éénslachtig, tweehuizig

Wortels -

Stengels/takken - Alleen met bleke schutbladen. Grote groepen vormend.

Bladeren - De wortelbladen verschijnen na de bloei. Ze zijn hartvormig, met ongelijke lobben en van onderen grijsviltig. De fijne nerven zijn netvormig met elkaar verbonden. De bladsteel is aan de bovenkant rond.

Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten). De geurende bloemhoofdjes met buisbloemen zijn geelwit of witachtig. Ze zijn langwerpig en ongeveer 0,25 cm groot. Bij mannelijke planten zijn ze groter en ze groeien dichter opeen, met tot 45 bloemen in een brede tros. Het is omwindsel lichtgroen.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Beschaduwde, soms zonnige plaatsen op voedselrijke, vochtige grond.

Groeiplaats - Bossen (loofbossen en parkbossen), waterkanten (beken en rivieren) en grasland (hooiland).
Familie: Asteraceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: exoot (na 1900 verwilderd of aangeplant)
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: voedselrijke oevers
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website