Ecologie & verspreiding
Zandlangbaardgras staat op open, zonnige, matig droge tot vochthoudende, soms iets ruderale , neutrale en matig voedselarme zandgrond. De plant groeit op rivier- en zeeduinen, in open duingrasland en op open plekken van andere graslanden, op zandwegen en ook in mosduinen. Het taxon hoort thuis in het kustgebied van Noord-Afrika en in Zuid- en West-Europa en reikt tegenwoordig noordelijk tot in België en Nederland. De soort is ingeburgerd tussen 1975 en 1999 en is thans zeer zeldzaam langs de kust van het Veluwemeer en in het kustgebied, daarnaast slechts op enkele andere plaatsen. Na de bloei is de hele plant doorgaans tot paarsachtig roze verkleurd in tegenstelling tot het gelijkende Dicht langbaardgras waar alleen de kafnaalden na de bloei verkleuren, maar dan naar oranje-oker. Voor de bloei is Zandlangbaardgras ook herkennen aan haar alzijdige pluim, de kleinere helmknoppen en ook is de top van het vruchtbeginsel niet behaard.
Zandlangbaardgras staat op open, zonnige, matig droge tot vochthoudende, soms iets ruderale , neutrale en matig voedselarme zandgrond. De plant groeit op rivier- en zeeduinen, in open duingrasland en op open plekken van andere graslanden, op zandwegen en ook in mosduinen. Het taxon hoort thuis in het kustgebied van Noord-Afrika en in Zuid- en West-Europa en reikt tegenwoordig noordelijk tot in België en Nederland. De soort is ingeburgerd tussen 1975 en 1999 en is thans zeer zeldzaam langs de kust van het Veluwemeer en in het kustgebied, daarnaast slechts op enkele andere plaatsen. Na de bloei is de hele plant doorgaans tot paarsachtig roze verkleurd in tegenstelling tot het gelijkende Dicht langbaardgras waar alleen de kafnaalden na de bloei verkleuren, maar dan naar oranje-oker. Voor de bloei is Zandlangbaardgras ook herkennen aan haar alzijdige pluim, de kleinere helmknoppen en ook is de top van het vruchtbeginsel niet behaard.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - juli
Hoogte - 0,15-0,50 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De rechtopstaande of opstijgende stengels zijn enigszins slap. De pluimsteel steekt maar weinig buiten de bovenste bladschede uit of de voet van de pluim wordt door deze schede omhuld.
Bladeren - De 1 tot 3 mm brede bladen zijn minder stijf dan die van Dicht langbaardgras.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloempluim is vrij ijl, staat wijd uit en is min of meer naar alle kanten gekeerd. De helmknoppen zijn 0,5 tot 0,9 mm lang. Het vruchtbeginsel is kaal.
Vruchten - Een graanvrucht. De vruchten zijn bovenaan kaal. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op matig droge tot vochthoudende, matig voedselarme grond (zand).
Groeiplaats - Rivierduinen en duinen (soms iets ruderale plaatsen, open duingrasland en mosduinen) en grasland (open plekken).
Bloeitijd - mei - juli
Hoogte - 0,15-0,50 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De rechtopstaande of opstijgende stengels zijn enigszins slap. De pluimsteel steekt maar weinig buiten de bovenste bladschede uit of de voet van de pluim wordt door deze schede omhuld.
Bladeren - De 1 tot 3 mm brede bladen zijn minder stijf dan die van Dicht langbaardgras.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloempluim is vrij ijl, staat wijd uit en is min of meer naar alle kanten gekeerd. De helmknoppen zijn 0,5 tot 0,9 mm lang. Het vruchtbeginsel is kaal.
Vruchten - Een graanvrucht. De vruchten zijn bovenaan kaal. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op matig droge tot vochthoudende, matig voedselarme grond (zand).
Groeiplaats - Rivierduinen en duinen (soms iets ruderale plaatsen, open duingrasland en mosduinen) en grasland (open plekken).
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: droge, neutrale graslanden