Watercrassula

Crassula helmsii


© Ruud Beringen

Ecologie & verspreiding
Watercrassula is een aquarium- en vijverplant die in ons land ingeburgerd is geraakt. Inmiddels komt de soort in het hele land voor met uitzondering van de uitgesproken kleigebieden. Eenmaal aanwezig laat hij zich moeilijk weer uitroeien, omdat uit achtergebleven stengeltjes weer een nieuwe planten groeien. De plant heeft een voorkeur voor oevers van plassen en waterlopen en vestigt zich op kale bodem. Ze vormt op droogvallende oevers soms een dichte mat van plantjes, enkele centimeters hoog, met smalle uitstaande tegenoverstaande blaadjes. Als ze niet bloeien zijn ze moeilijk op naam te brengen. Omdat Watercrassula in staat is om zeer voedselarme milieus te koloniseren, vormt de soort een bedreiging voor kwetsbare biotopen zoals venoevers.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juli - september

Hoogte - 0,05-0,30 m.

Geslachtsverdeling -

Wortels -

Stengels/takken - De soort kan sterk woekeren.

Bladeren - De lijnvormige blaadjes zijn 0,5 tot 1,5 cm lang. Aan de voet zijn ze vliezig met elkaar vergroeid.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De viertallige bloemen zijn witachtig en groeien op 0,2 tot 1 cm lange stelen.

Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige plaatsen in ondiep, zoet water of op, matig voedselrijke, vochtige tot meesatal natte grond.

Groeiplaats - Moerassen, waterkanten en water (oeverstroken, poelen, vijvers en sloten).
Familie: Crassulaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: exoot (na 1900 verwilderd of aangeplant)
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: pionier op matig voedselarme, vochtige grond
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website