Fijn venushaar

Adiantum raddianum


© Sipke Gonggrijp

Ecologie & verspreiding
Fijn venushaar staat op licht beschaduwde, humusrijke, al of niet kalkrijke, vochtige maar goed gedraineerde bodems en met een hoge luchtvochtigheid. Ze groeit op rotswanden, in rotsspleten en op kliffen langs rivieren en watervallen, verder op oude, vochtige muren. Deze plant stamt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en is als sierplant wijd verspreid, evenals in de ons omringende landen. In Nederland is ze bekend van Arnhem, van muren in Delft en Nijmegen en uit een kelder in Dordrecht, die regelmatig onderloopt bij hoge vloed. De bladen van Fijn venushaar zijn twee- tot drievoudig geveerd, de bladrand is gelobd en/of met enkele onregelmatige insnijdingen. De nerven eindigen tussen de tandjes van de bladrand. De sporenhoopjes zonder dekvliesje worden door de omgerolde bladrand bedekt. Venusharen danken hun Nederlandse naam aan de draaddunne bladstelen en werden dan ook als shampoo gebruikt voor een betere haargroei. Ook deze soort wordt van oudsher gebruikt als medicijn tegen tal van kwalen.
Familie: Pteridaceae
Groep: varens (sporenplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website